 
■ Functies van de toetsen (gesloten toetsenbord)
Met de aan/uit-toets (1) schakelt u het 
apparaat in en uit. Wanneer het 
toetsenblok is vergrendeld, wordt de 
displayverlichting van het apparaat 
ongeveer 15 seconden ingeschakeld.
De selectietoets (2) heeft geen functie 
als het toetsenbord is gesloten.
Met de linkerselectietoets (3) en de 
rechterselectietoets (3) kunnen tal van 
functies worden geactiveerd, 
afhankelijk van de tekst die boven de 
toetsen wordt weergegeven.
De joystick is beweegbaar in vier 
richtingen (4). Door erop te drukken 
activeert u de actieve menu-optie. Zie 
”De joystick” op pagina 29 voor meer 
informatie.
Met de toets Bellen (5) kiest u een 
nummer en beantwoordt u inkomende 
oproepen. Vanuit de standby-modus 
kunt u met deze toets de laatstgekozen 
nummers kiezen. 
 
28
Copyright
© 2005 Nokia. All rights reserved.
Met de toets Einde (6) beëindigt u een actieve oproep of sluit u de actieve functie 
af. 
Met de toetsen van het toetsenblok (7) toetst u cijfers en letters in.
Opmerking: Op sommige apparaten wordt mogelijk niet het mobiele 
internetsymbool weergegeven op de toets 
0
.