 
Laden en ontladen
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe 
batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en 
ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop 
van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn 
dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen. Gebruik alleen batterijen die door 
Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn 
goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit 
apparaat is bedoeld voor gebruik met een ACP-12-lader.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Sluit de batterij niet te lang 
aan op een lader. De levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. 
Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd 
automatisch ontladen. Extreme temperaturen kunnen de oplaadcapaciteit van de batterij 
negatief beïnvloeden.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit een 
beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren 
wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met 
de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. (De poolklemmen zien eruit 
 
142
Copyright
© 2005 Nokia. All rights reserved.
als metalen strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of 
tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het 
voorwerp waarop deze is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af wanneer u deze op hete of koude 
plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in winterse omstandigheden). 
Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij tussen de 15°C en 
25°C ligt. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd 
onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De batterijprestaties zijn 
beduidend minder in temperaturen onder het vriespunt.
Gooi batterijen nooit in vuur! Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale 
regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met 
het huishoudafval.