■ Configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten moeten de juiste configuratie-instellingen op het
apparaat worden ingesteld. U kunt de instellingen via een configuratiebericht
ontvangen van de serviceprovider of uw persoonlijke instellingen handmatig
intoetsen. U kunt de configuratie-instellingen van maximaal tien verschillende
serviceproviders opslaan in het apparaat en deze vanuit dit menu beheren.
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Configuratie-instellingen
en selecteer een van de
volgende mogelijkheden:
95
Copyright
© 2005 Nokia. All rights reserved.
Standaardconfig.-instellingen
- Hiermee kunt u een lijst met serviceproviders
weergeven die zijn opgeslagen in het apparaat (de standaardprovider is
gemarkeerd) en een andere serviceprovider instellen als standaardprovider. Ga
naar de provider en selecteer
Gegev.
voor een lijst met ondersteunde
toepassingen. Als u een serviceprovider wilt verwijderen uit de lijst, selecteert u
Opties
>
Verwijd.
.
Std. activeren in alle toepassingen
- Hiermee stelt u in dat de instellingen van de
standaardprovider in de toepassingen moeten worden gebruikt.
Voorkeurstoegangspunt
- Selecteer een ander toegangspunt. Normaal gesproken
wordt het toegangspunt van de standaardnetwerkoperator gebruikt.
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Configuratie-instellingen
>
Persoonlijke
config.instellingen
om de instellingen handmatig in te toetsen, weer te geven en
te wijzigen. Als u een nieuwe configuratie wilt toevoegen, selecteert u
Voeg
nieuwe toe
of
Opties
>
Voeg nieuwe toe
. Selecteer een van de typen toepassingen
in de lijst en toets alle benodigde instellingen in. Selecteer
Terug
om de
instellingen te activeren.
Als u de gebruikersinstellingen wilt weergeven of bewerken, gaat u naar de
gewenste toepassing en selecteert u de instelling die u wilt wijzigen.