■ Beveiligingsinstellingen
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen
worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en
vaste nummers), kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer
kiezen.
96
Copyright
© 2005 Nokia. All rights reserved.
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Beveiligingsinst.
en selecteer een van de volgende
mogelijkheden:
PIN-code vragen
- als u het apparaat wilt instellen om naar de PIN-code te vragen
wanneer het apparaat wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten ondersteunen
het uitschakelen van de PIN-code niet.
Blokkeren
(netwerkdienst)- als u inkomende en uitgaande oproepen wilt
beperken. Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
Vaste nummers
- als u uitgaande oproepen wilt beperken tot geselecteerde
telefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund.
Beperkte groep gebruikers
(netwerkdienst)- Geef een groep mensen op naar wie u
kunt bellen en die u kunnen bellen.
Beveil. niveau
- Selecteer
Telefoon
als de beveiligingscode gevraagd moet worden
zodra een nieuwe SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst. Selecteer
Geheugen
als de beveiligingscode gevraagd moet worden als het SIM-kaartgeheugen is
geselecteerd en u het gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Toegangscodes
- als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het
blokkeerwachtwoord wilt wijzigen.